Biografie
"Wij zijn allen burgers van één wereld. Een mens haten, omdat hij elders is geboren, omdat hij een andere taal spreekt, omdat hij anders over de dingen denkt, omdat hij minder of meer dan jij weet, wat een onbegrip! Want wij zijn allen mensen en derhalve niet volmaakt. Wij hebben allen behoefte aan hulp. Niemand is zonder verplichtingen jegens anderen."
Comenius, Consultatio Catholica (1667)
Levensloop
Comenius werd op 28 maart 1592 in Nivnice geboren als Jan Komenský, in de buurt van het huidige Uherský Brod. Op twaalfjarige leeftijd werd hij wees. Hij groeide op in de Broedergemeente, een protestantse geloofsgemeenschap die is ontstaan als gevolg van het kerkzuiverende optreden van Jan Hus (1369-1415).
Na de Latijnse school studeerde Comenius van 1611 tot 1614 aan de Duitse universiteiten in Herborn en Heidelberg. In 1614 keerde hij terug naar Prerov en werd hij rector van de eerder door hem bezochte Latijnse school. In 1616 werd hij aangesteld tot predikant van de Broedergemeente.
Twee jaar later breekt de Dertigjarige Oorlog uit die grote gevolgen heeft voor de protestanten in Comenius’ geboorteland. In de slag bij de Witte Berg worden ze vernietigend verslagen door de katholieke Habsburgers. Comenius dook van 1621 tot 1628 onder en moest in 1628 zijn vaderland verlaten. Sindsdien was hij voortdurend op reis en verbleef in Polen, Engeland, Zweden en Hongarije.
In 1656 vestigde hij zich op uitnodiging van de welgestelde familie De Geer in Amsterdam. Hier werkte hij in relatieve rust aan zijn oeuvre. Op 15 november 1670 overleed Comenius in Amsterdam. Hij werd in de voormalige kloosterkapel toendertijd de Waalse kerk in Naarden begraven.
Theoloog
“Ik ben van geboorte Moraviër, qua taal Bohemer en van beroep theoloog”, schreef Comenius in 1657 in zijn Opera Didactica Omnia. In de theologie van de Broedergemeente heeft de Bijbel het hoogste gezag. Het geloof en de daarmee onlosmakelijk verbonden christelijke naastenliefde vormen de basis van het leven van de gemeente. Comenius diende zijn kerk als leraar, rector, predikant, archivaris en bisschop.
In zijn denken staat God in het middelpunt. De wil van God is voor de mensen kenbaar door “de drie boeken van God”: de schepping oftewel de wereld waarin wij leven, de Bijbel oftewel het Woord van God, en de mens, die naar Gods evenbeeld is geschapen. Comenius streefde naar een betere wereld waarin vrede en gerechtigheid de toon aan zouden geven.
Filosoof
Comenius was op zoek naar de ordening en de samenhang van alle dingen. “Aan ieder mens is als mens op deze aarde een drieledige omgang opgedragen. Allereerst komt de mens met de lagere schepsels in aanraking om deze te leren kennen en nuttig te gebruiken. Ten tweede heeft hij omgang met de andere mensen, zijn gelijkgeaarde broeders; met hen moet hij in vrede leven in een wederzijdse vriendschapsdienst. De derde omgang heeft hij met de Heer aller dingen, met God zelf.”
Comenius’ zoektocht brengt hem tot zijn streven naar de pansofie die hij omschrijft als “universele wijsheid, namelijk de kennis van alle dingen die er zijn, van de manier waarop zij bestaan en de wetenschap omtrent hun doel en gebruik, waartoe zij er zijn.”
Pedagoog
“De mensen moeten zoveel mogelijk hun wijsheid niet uit boeken putten, maar uit hemel en aarde, uit eiken en beuken, dat wil zeggen zij moeten de dingen zelf kennen en onderzoeken en niet alleen andermans waarnemingen daarover”, schreef Comenius in zijn Allesomvattende Onderwijsleer (1657).
In hetzelfde boek pleit hij ervoor dat alle kinderen – rijk en arm, jongens en meisjes, uit stad of dorp – naar school zouden moeten gaan. Onderwijs biedt inzicht in de samenhang van de werkelijkheid en alleen zo kan er een betere wereld ontstaan.
Comenius’ didactiek was gebaseerd op de zintuiglijke waarneming, het gebruik van het verstand en het besef van goddelijkheid. Het doel van de opvoeding is volgens hem in de eerste plaats dat de mensen hun leven zullen leiden zoals God het bedoeld heeft.